Opgroeien in Rotterdam centrum, waar de buurt je familie is
Frank, Indira en hun zoons ervaren in de Mauritsstraat de intimiteit van de grote stad
Wonen in centrum Rotterdam, aan een doorgaande straat met louter wooncomplexen, anoniem en ongezellig? Niets is minder waar! Achter de gevel bij Frank, Indira en zoons Roman (23) en Mano (13) schuilt een tropische warmte die het resultaat is van een grote liefde voor de stad en verbinding met de buurt. Buurtbewoners voelen als familieleden en feestdagen worden samen gevierd. Indira: “In deze buurt heerst een grote mate van sociale controle. De kinderen zijn de verbinding tussen de bewoners.”

Toen Frank (regisseur) en Indira (werkzaam op advocatenkantoor) 15 jaar geleden op zoek waren naar een huis, hadden ze hun bedenkingen bij de Mauritsstraat in de wijk Cool, vertelt Frank. “Zouden we niet opgaan in de anonimiteit van de stad?” Het tegendeel bleek waar en inmiddels wonen ze er alweer heel wat jaren met veel genoegen, met zoons Roman (23) en Mano (13). “Deze straat is een heuse volksbuurt en de sociale controle is groot”, licht Indira toe. “Toen we hier net woonden, was ik mijn oudste zoon kwijt. Een buurvrouw van een paar blokken verder wist precies te zeggen waar Roman uithing. ‘Wij letten hier op elkaar’ was haar verklaring. Dat gaf me zo’n warm gevoel. Met een gerust hart groeien onze jongens hier op. Helaas verandert de buurt nu wel, door nieuwkomers die zich niet mengen. De meesten hebben geen kinderen, terwijl juist kinderen de verbinding zijn tussen bewoners.”

Verbinding door oma Lydia, eten en de binnentuin
Niet alleen de buurtkinderen zijn de verbinding, ook oma Lydia (63) speelt daarin een grote rol. Haar kinderen werden hier geboren en nu die zijn uitgevlogen, is ze de ‘buurtoppasoma’. Ze past graag op de buurtkinderen, maar ook op je huis tijdens vakanties. Als oma Lydia zelf op vakantie gaat, neemt ze bovendien regelmatig wat kinderen mee. Frank en Indira zijn het erover eens: de buurt voelt als familie! Ze hebben goed contact met elkaar, vieren kinderverjaardagen samen in de binnentuin en gaan zelfs soms met elkaar op vakantie.
Tijdens feestdagen schuiven ook vrienden van zoon Roman gewoon aan
Dat de buurt als familie voelt, blijkt elk jaar weer met Pasen en Kerst. Het gezin komt dan met familie, buren en vrienden samen. Roman woont en werkt in Hongkong, maar zijn vrienden schuiven op zulke momenten gewoon aan. “Het komt voor dat we een lange tafel hebben gedekt die reikt van de keuken tot in de woonkamer”, glimlacht Frank. Ook buiten de feestdagen om is het een zoete inval bij Frank en Indira. Indira: “Omdat ik niemand wil weigeren voor het eten, kook ik bijna altijd halal. We vinden het belangrijk dat iedereen zich hier welkom voelt.”

Opgroeien in de binnenstad
Indira is positief over het feit dat haar kinderen opgroeien in het centrum. “Het is verrijkend voor ze. De kinderen leren omgaan met verschillende culturen en achtergronden. Mano pikt hiervan zijn graantje mee: een Surinaams avondmaaltje bij buurvrouw Lucia, stamppot bij oma Lydia en couscousschotel bij buurjongen Tofik.” Mano zelf vindt het fijn dat hij overal makkelijk heen kan. “Met mijn vrienden ga ik naar McDonalds en haal ik pizza. Of ik voetbal met mijn vrienden op het plein aan de Schiedamsesingel. Dat is allemaal in de buurt.” Een woning met een gelijkvloerse verdieping trekt hem niet, want wonen op hoogte is toch veel veiliger? “Geen inbreker die hier binnen kan komen!” Vanwege de centrale ligging diende hun huis bovendien vaak als uitvalsbasis voor Romans vrienden. Het mondde uit in vrijdagavond shoarma-avond. Indira: “Ik was niet altijd blij als ik bij thuiskomst alle schoenen van Romans vrienden op een rij zag staan, maar tegelijkertijd omarmde ik het ook. Ze vonden en vinden het fijn om bij ons thuis te zijn. Zijn vrienden voelen als mijn kinderen.”

Borrelen op de Binnenweg, wassen op de West-Kruiskade
Centraal wonen betekent alles binnen handbereik hebben. De Oude Binnenweg ligt om de hoek. Ze komen graag bij café Schell of ijssalon Venezia. Indira: “Als we allebei vrij zijn, ontbijten we bij Bazar aan de Witte de Withstraat. Daar kennen ze ons inmiddels wel”. Op de levendige West-Kruiskade zijn Frank en Indira wekelijks te vinden. Café Richard is een vaste stop als ze hun wasgoed ophalen. Indira: “Vier jaar geleden ging onze droger stuk. Sindsdien laat ik de was drogen en opvouwen bij een wasserette voor slechts vier euro! Geen geld en wat een luxe.” Frank voegt toe: “Die nieuwe machine had er allang kunnen zijn, maar Indira houdt nog meer dan ik van het contact in de buurt.”
Over de nadelen van wonen in het centrum is het stel kort. Die zijn er heus wel, maar niet veel. Zwerfafval van het uitgaanspubliek of geluidsoverlast van de Rotterdamse Schouwburg tegenover hun huis, waar laden en lossen vaak ’s avonds laat gebeurt. “Als het te gortig wordt, ga ik gewoon in mijn roze badjas en sloffen naar beneden en vraag of het zachter kan”, grinnikt Indira. Frank voegt lachend toe: “Het grootste nadeel is toch wel dat je snel de stad in loopt om iets te gaan eten, niet altijd gunstig voor je portemonnee.” Hij besluit: “Zodra ik thuis ben, keer ik de stadse drukte waar we zo van houden de rug toe. Thuis is onze rustplek. Voor nog meer rust trek ik me terug op ons dakterras dat uitkijkt op de binnenspeeltuin.”

Stadse natuur is ook natuur
Alle gezinsleden zijn echte stadsmensen, dus ook tijdens vakanties bezoeken ze graag andere grote steden. Indira: “Aan rust zijn we eigenlijk niet zo gewend. De natuur is schitterend, en op vakantie zoeken we dat wel op. Maar altijd voor even”. Frank voegt toe: “De kinderen zijn het stadsleven zo gewend dat Roman ooit, na terugkomst van vakantie op Rotterdam Centraal riep: ‘Ik zie een junkie, ik ben weer thuis!’ En vergis je niet: in onze buurt is er genoeg natuur te vinden. In de gezamenlijke tuin wandelen egeltjes, er groeien druiven en vijgen en er zijn kippen van oma Lydia.” Hun huis is een paleis en de binnentuin een verborgen parel, maar “als Indira met haar slechte rug en tassen vol boodschappen de vele trappen opklimt, schiet verhuizen wel door mijn hoofd”, zegt Frank. “Ook voor onze ouders wordt een bezoekje een steeds grotere opgave. Mochten we ooit verhuizen, dan toch zeker weer hier in de buurt. Wonen in de binnenstad is fantastisch! Het leeft hier. We zijn niet opgegaan in de anonimiteit waar we eerst bang voor waren.”